Snijd het vlees in blokjes. Zorg ervoor dat ze allemaal ongeveer even groot zijn.
Doe het vlees in een soeppan en giet er koud water bij tot het vlees net onder staat. Breng aan de kook en laat dan 5 minuten koken. Giet alles af en spoel daarna het vlees in de vergiet af met koud water.
Pel de ui en steek de kruidnagels erin. Snijd de wortel in plakjes en de selderij in stukjes.
Doe het vlees terug in de pan. Voeg de ui, wortel, selderij, knoflook en kruidenbuiltje toe.
Giet de kalfsbouillon erbij en zeer royaal zout en peper. Breng het geheel aan de kook. Schuim zo nodig het oppervlak af.
Doe de deksel op de pan, zet het vuur laag en laat alles anderhalf uur stoven.
Snijd de champignons in dikke plakjes en bak ze even kort in een klontje boter, tot ze net gaar zijn.
Giet het vlees, na afloop van het stoven, af. Let op: zet een andere pan/kom onder de vergiet, want je moet het vocht opvangen. Een deel daarvan heb je namelijk nodig voor het maken van de saus. Verwijder de wortel, bleekselderij, knoflook en kruidenbuiltje. Schep het vlees op een schaal en dek even af met aluminiumfolie om warm te houden. Giet de bouillon in een maatbeker. Je hebt 100ml nodig voor het maken van de saus. (tip: zorg dat je een beetje extra bouillon achterhoudt. Mocht je ragout te dik worden, dan kan je hem later nog wat verdunnen met de extra bouillon)