Verwarm de oven voor op 180 graden.
Leg een vel bakpapier in een platte taartvorm (ik gebruik een vlaaivorm van 26cm).
Vet een vel filodeeg in met olijfolie en leg het in de taartvorm. De vellen zijn uiteraard te groot voor de vorm en laat het gewoon over de randen hangen. Strooi een beetje cayennepeper op de bodem en herhaal dit proces voor alle andere vellen. Let er daarbij op, dat je ieder volgend vel een klein beetje naar rechts draait, zodat de punten naast elkaar terechtkomen. Ik voeg zelf trouwens niet bij ieder velletje cayennepeper toe. Een beetje om en om zeg maar.
Knip de overhangende randen af langs de rand van de bakvorm (zie foto in de blogpost).
Bak de taart 15 minuten in de oven, tot hij mooi lichtbruin is.
Laat de taart afkoelen en til hem dan voorzichtig uit de vorm. Verwijder het bakpapier en zet je 'taart' op een bord.
Ga dan verder met de vulling. Meng de zachte geitenkaas met de yoghurt in een kom. Voeg Provençaalse kruiden toe en roer goed door elkaar. Breng op smaak met een snuf grof zeezout.
Schep de geitenkaasyoghurt op de taartbodem en verdeel het voorzichtig over de bodem. Het kan zijn dat de bodem een beetje kraakt en wat flinters deeg loslaten, maar dat hoort erbij. Pluk ze uit je yoghurt en ga gewoon door, totdat het er mooi uitziet.
Verdeel de blaadjes spinazie over de bodem en leg daar de plakjes wortel en radijs op. Nog een handje doperwten erover en voor de finishing touch: sprenkel een beetje citroensap en wat olijfolie over het geheel. Bon appetit!