- Verwarm de oven voor op 210 graden.

- Maak de spinaziepesto: Doe de spinazieblaadjes, pijnboompitten, parmezaanse kaas en de knoflook in een keukenmachine. Voeg een flinke snuf zout en peper toe en giet er 3 eetlepels olijfolie bij. Meng tot een grove pasta. (Let op: dit is een hele dikke stugge pesto - dat moet ook, want als hij te smeuïg is dan loopt hij er tijdens het bakken in de oven teveel uit).

- Leg de 2 kabeljauwfilets op een plank en snijd ze allebei in de lengte doormidden.

- Leg 5 plakjes spek dakpansgewijs over elkaar op een snijplank. Leg 1 kabeljauwfilet daar aan de linkerkant op (dus nu in twee stukken gesneden, maar hou ze tegen elkaar aan). Herhaal dit proces met de resterende speklapjes en de tweede kabeljauwfilet.

- Smeer de kabeljauwfilets royaal in met de pesto - zorg ervoor dat je ook een lagen tussen de twee helften van iedere filet smeert (dat is per slot van rekening de reden dat we ze in de lengte doormidden snijden). Gebruik in het totaal de 1/2 tot max 3/4 van de pesto. De rest kan je gebruiken voor het serveren.

- Pak de kleine uiteinden van het spek aan de linkerkant van de kabeljauwfilet vast en rol, terwijl je alles goed bij elkaar houdt, alles naar rechts. Op die manier pak je de kabeljauwfilet in met spek. Herhaal dit proces voor de andere kabeljauwfilet. Je hebt nu dus twee langwerpige kabeljauwpakketjes.

- Leg de kabeljauwpakketjes naast elkaar (met wat tussenruimte) in een braadslee. (mocht je het van tevoren willen voorbereiden, dan moet je nu de braadslee afdekken met folie en tot gebruik in de koelkast zetten).

- Giet over iedere pakketje een eetlepel olijfolie en schuif de braadslee in de oven. Bak de pakketjes 25 minuten, of totdat ze gaar zijn (hangt uiteraard een beetje van de dikte van jouw filet af).

- Haal de pakketjes uit de oven. Snijd ze in dikke plakken. Hou een plak of 3 per persoon aan. Serveer met een beetje van de resterende pesto erbij en wat pijnboompitjes erover.