- Begin met de bodem. Meng de ingrediënten voor het deeg door elkaar en kneed dit 15 minuten.

Maak dan een bol van het deeg en leg het in een kom. Dek de kom af met een theedoek en zet op een warme plek. Laat minimaal 1 uur rijzen (ik hou overigens 1,5 uur aan - voor de zekerheid).

- Doe de stukjes appel in een pan. Strooi de suiker, kaneel erover en voeg de eetlepels water toe. Schep alles goed door elkaar met een houten lepel (althans, die gebruik ik) en stoof het geheel op middelhoog vuur 10 minuutjes. Haal dan de pan van het vuur en roer de rozijnen erdoor. Laat dit appelmengsel afkoelen tot kamertemperatuur.

- Vet een vlaaivorm in met boter en bekleed hem met het deeg.

- Verwarm de oven voor op 220 graden.

- Maak de kruimels: Doe de bloem in een lage schaal en voeg suiker en zout toe. Snijd de boter in kleine blokjes en doe die er ook bij. Meng alles net zolang tussen de toppen van je vingers, totdat je een mooi kruimmengsel hebt. Zet in de koelkast.

- Bestrijk het deeg met 2 eetlepels abrikozenjam en strooi de speculaaskruimeltjes erover. Verdeel het afgekoelde appelmengsel gelijkmatig over het deeg en laat vervolgens 15 minuten rusten op kamertemperatuur. Haal dan het kruimmengsel uit de koelkast en verdeel het over de appels.

- Schuif de vlaai in de oven en bak hem 30 minuten. (let op- bij mij worden de randjes altijd vrij donker - dat vind ik niet zo erg, maar wil je dat niet dan moet je misschien eerder wat aluminiumfolie over de randen leggen).

- Haal de taart uit de oven en laat nog een halfuurtje afkoelen. Bestrooi de kruimels vlak voor het serveren met poedersuiker. Bon appetit!