Varkenshaas met salie
Vandaag heb ik nog een kerstrecept met varkenshaas voor jullie. Dit keer ééntje met salie. Dat vind ik zo’n heerlijk kruid. Het gerecht is niet alleen heel smaakvol, het ziet er ook prachtig uit met zo’n mooi kruidenkorstje.
Voor dit gerecht laat ik de varkenshaas eerst een paar uurtjes trekken in een saliemarinade. Vervolgens rook ik het in de rookoven. Dat geeft het vlees een mooi subtiel rookaccentje mee. Dan bak ik de varkenshaas even kort in de pan en daarna laat ik het rustig verder garen in de voorverwarmde ‘normale’ oven.
Dit vlees heeft door deze bereiding heel veel smaak. Je hebt er dus echt geen saus bij nodig. Daarmee hou je het gerecht relatief ‘licht’, voor zover je bij een vleesgerecht van ‘licht’ kunt spreken. Een absolute pré, als je het mij vraagt, want een kerstmenu met vlees als hoofdgerecht wordt al vrij snel ‘best zwaar’ :-)).
Varkenshaas met salie
Ingrediënten
- 600 gram varkenshaas (2 x 300 gram)
- 1 teen knoflook
- 12 gram salieblaadjes
- 50 ml olijfolie
- rasp van 1 citroen + 2 eetlepels citroensap
- zout en peper
- klontje boter
Bereiding
- Doe de knoflook, salieblaadjes, olijfolie, citroenrasp, citroensap, zout en peper in een keukenmachine. Meng het tot een grove marinade.
- Leg de varkenshaasjes in een platte schaal en smeer ze aan beide kanten in met de marinade. Dek de schaal af met folie en zet een uur of twee weg in de keuken.
- Rook de varkenshaasjes tien minuten in de rookoven. Ik gebruik Hickory houtsnippers voor het roken.
- Verwarm de oven voor op 170 graden. Smelt een klontje boter in een koekenpan en bak hierin de varkenshaasjes rondom bruin. Zo’n twee minuten per kant. Leg de varkenshaasjes op een bakplaat en schuif die in de voorverwarmde oven. Laat de varkenshaasjes nog zo’n 10 minuten verder garen in de oven. De exacte tijd hangt uiteraard af van de dikte van je haasjes en je persoonlijke voorkeur, dus goed opletten. (Ik zit zelf altijd rond de tien minuten voor een rosé variant).
- Haal de varkenshaasjes uit de oven en dek ze af met aluminiumfolie. Laat het vlees even rusten en snijdt het daarna in niet al te dunne plakken. Bon appetit!
