Oosterse auberginefrietjes met zoete couscous

Dit recept heb ik eigenlijk alleen gemaakt, omdat ik als een blok viel voor het mooie plaatje (dan heb ik het niet over mijn eigen foto hierboven – hoewel ik ook daar niet ontevreden over ben). Zo zie je maar weer dat de juiste foodstyling (minstens) het halve werk is. Het gerecht is afkomstig van Rachel Khoo. Je weet wel, dat kleine vrouwtje met die pony, die de wereld veroverde door in haar schattige Parijse minikeukentje het ene na het andere heerlijke gerecht in elkaar te draaien.
Dit recept stond een tijd geleden in een kooktijdschrift als voorpublicatie van haar kookboek ‘Mijn Franse Keuken’. Ik heb haar versie een beetje aangepast en een Oosters tintje meegegeven door wat Ras-el-Hanout kruiden toe te voegen. Ook leek mij de ‘naturel’ couscous, die zij erbij serveert, een beetje saai. Die heb ik dus wat opgeleukt met wat pijnboompitjes, blonde rozijnen en stukjes gedroogde abrikoos.
Het ziet er fantastisch uit op een bord, maar voor wat betreft de eetbaarheid kan je eigenlijk beter gewoon met halve aubergines werken. Je schraapt namelijk het zachte vruchtvlees uit de schil – ook bij deze frietjes. Dat gaat nou eenmaal handiger als je met een wat groter oppervlak werkt….tja, ik geef je alleen maar mijn persoonlijke ervaring mee. In ieder geval echt een leuk vegetarisch gerechtje.
Recept: Oosterse auberginefrietjes met zoete couscous
Voor 2 personen
Ingrediënten:
– 1 aubergine
– 1 teen knoflook
– 1 eetlepel tomatenpuree
– 1 eetlepel Ras-el-Hanout kruiden
– 2 eetlepels olijfolie
– 1 theelepel honing
– wat chilivlokken (desgewenst)
– 1 eetlepel citroensap
– zout
Voor de couscous:
– 150 gram couscous
– 300 ml kokende groentebouillon
– 1 eetlepel olijfolie
– 20 gram geroosterde pijnboompitten
– 20 gram blonde rozijnen
– 4 gedroogde abrikozen, in blokjes gesneden
– rasp van 1/4 sinaasappel
– zout
Voor de dressing:
– 2 volle eetlepels yoghurt
– 1 eetlepel citroensap
– snufje zout
– 1 eetlepel fijngehakte platte peterselie
Bereiding:
– Verwarm de oven voor op 180 graden.
– Snijd de aubergine in de lengte in repen (ik hou zo’n 10 repen aan)
– Knijp de knoflook uit en meng het door de tomatenpuree. Roer daar de Ras-el-Hanout kruiden, olijfolie, honing, wat chilivlokken, citroensap en een snuf zout doorheen.
– Bedek een bakplaat met bakpapier en bestrijk de auberginepartjes royaal met de marinade.
– Schuif de bakplaat in de voorverwarmde oven en gaar de partjes 20 minuten.
– Maak intussen de couscous. Doe de couscous in een ruime platte schaal en giet er de kokende groentebouillon overheen. Laat een paar minuten staan, totdat het vocht door de couscous is opgenomen.
– Roer de eetlepel olijfolie door de couscous met een vork. Op die manier maak je hem gelijk ‘los’.
– Voeg de pijnboompitjes, rozijnen en abrikoosstukjes toe en hussel even goed.
– Rasp een beetje sinaasappelschil over de couscous en voeg naar smaak nog wat zout toe. Roer alles nog één laatste keer door elkaar en zet even weg, terwijl je de dressing maakt.
– Roer alle bestanddelen voor de dressing goed door elkaar.
– Verdeel de couscous over twee bordjes en leg daar de warme auberginefrietjes op.
– Giet er een beetje dressing over en serveer. Bon appetit!
Benieuwd naar het originele recept van Rachel Khoo? Dat staat in haar boek Mijn Franse Keuken
Claudia
november 6, 2015 at 1:09 pmRachel Khoo… altijd als ik haar zie, wil ik ook in een kittig jurkje met een schattig rieten mandje over Parijse marktjes struinen en met een ondeugende blik in perziken knijpen of een honingmeloen inhaleren. In realiteit is er geen kittig jurkenmerk dat me past en ben ik al minimaal twintig keer met mijn hakjes tussen de Parijse klinkers blijven hangen, maar allez, gelukkig kunnen we nog wel koken ala Rachel. De auberginefrietjes vind ik mateloos intrigerend, dus deze gaat bij de to-cook-stapel (want ja, ook blogfeetjes hebben die).
Dikke kus,
Clau
Lisette
november 10, 2015 at 10:44 amHi Blogfee, dat heb ik nou ook. In zo'n jurkje zie ik er altijd uit alsof ik naar een verkleedpartijtje moet. Toch jammer, maar ach – je kan niet alles hebben zullen we maar denken 🙂